jij.
je lichaam.
je lichaam en eten.
Dé relatie.
complex.
supersized. en in de knoop.
je lichaam.
niet ok. misschien ok. eventjes. nooit. altijd. als.
altijd in je hoofd.
eten.
wel. niet. wat. hoe.
je hoofd propvol. altijd.
je lichaam en eten.
intoxication. contradicties. everchanging.
distortion.
je kunt jezelf er helemaal in verliezen.
verdwijnen. conformeren.
pogen. altijd ‘net niet’ of alweer vervlogen.
onaflatend.
je brein stampvol. bezeten.
je lichaam eigenwijs. koppig.
weerbarstig. argh!
je wordt gekneed. bewust. impliciet. systemisch.
opgeslorpt; je tijd, je energie, je leven.
je zet door.
‘mind over matter’.
en je denkt, ik ben ok.
en je voelt niets.
jezelf onderweg helemaal verloren.
jezelf.
opgegeten.